dinsdag 9 december 2008

Russisch ballet 19e eeuw

In de 19e eeuw was de kunst stroming Romantiek van groot belang. De Romantiek periode wordt gekenmerkt door het gevoel, de droom, de vlucht naar het verleden, het exotische en het onbereikbare. Dit uitte zich in de schilder- en beeldhouwkunst maar ook in de dans. De opvoeringen werden veelal gebaseerd op sprookjes met vaak elfen en feeën.

Pas in de tweede helft van de 19e eeuw begon in Rusland het ballet pas echt vorm te krijgen. Deze opbloei was voornamelijk te danken aan de Tsaar Peter de Grote. De Tsaar was een zeer reislustig persoon en maakte dus ook kennis met veel verschillende culturen. De Tsaar kwam ook vaak in Frankrijk. Hij raakte gefascineerd door de Franse cultuur en nam het Ballet mee terug naar Rusland. Wat wij nu klassiek ballet noemen is toen ontstaan. Hoge sprongen en het dansen op de punt van de spitzen (dansschoenen) zijn in die tijd verder uitgewerkt door onder andere de Russische choreograaf Marius Petipa. Hij heeft ook de choreografie voor Doornroosje gemaakt.

Het verhaal wordt in klassiek ballet verdeeld in drie of vier delen. Deze delen worden de akten genoemd. In de verschillende akten zijn solo’s (één danser), ‘pas de deux’ (twee dansers) en groepsdansen. De tutu’s die worden gedragen zijn wijd en kort zodat de benen van de dansers goed te zien zijn.



(de cast uit 1890, Rusland)

Bij een balletstuk hoort natuurlijk muziek. Een componist schreef speciaal voor het ballet bijbehorende klassieke muziek. Voor Doornroosje was de componist van de muziek Pjotr Iljitsj Tsjaikovski. In 1889 was de muziek afgerond. Hij heeft ook muziek geschreven voor bekende stukken als De Notenkraker en Het Zwanenmeer.

Nu nog steeds is het verhaal van Doornroosje populair in de balletwereld en steeds worden er nieuwe voorstellingen van gemaakt. Een balletwereld zonder The Sleeping Beauty is haast niet voor te stellen.

Geen opmerkingen: